Zo kom je over je angst om in te voegen op de snelweg heen

Voor de meeste automobilisten is autorijden net zo eenvoudig als ademhalen, maar voor een klein deel van hen is het iedere keer een uiterst stressvolle bezigheid. De Latijnse term voor rijangst is vehofobie. Letterlijk betekent het: de angst voor het zelf besturen van een auto.

Een van de meest stressvolle momenten is voor veel automobilisten het invoegen op de snelweg. Daar is geen Latijnse term voor, maar in Duitsland hebben ze er wel een naam aan gegeven: ‘German Angst’. Vooral bij wegwerkzaamheden zijn de snelwegopritten voor velen een ramp. De rijstroken zijn vaak smal en ook is de lengte van de invoegstrook vaak ingekort.

‘Elke dag zien duizenden automobilisten op tegen deze schijnbaar onoverkomelijke uitdaging’, schrijft de politie van de Märkisches Kreis in Noordrijn-Westfalen op de Facebookpagina. Met enkele tips proberen ze de angst voor de oprit weg te nemen. Ten eerste moet je volgens de agenten flink doorgassen op de invoegstrook en dus niet met 60 kilometer per uur het eerste gat induiken op de snelweg dat je ziet. Je mag hier zelfs auto's of vrachtwagens rechts inhalen.

De tweede tip luidt: een aantal keer in je spiegels kijken en daarna over je schouder of er niemand naast je zit, dan de richtingaanwijzer uit en rustig naar links sturen. Let wel op: het verkeer op de snelweg heeft altijd voorrang, dus niet zomaar je auto ertussen gooien. Bovendien is de ritsprocedure hier niet van toepassing. De belangrijkste tip: geen stress! Er bevindt zich volgens de agenten geen afgrond aan het einde van de invoegstrook. ,,Als je geen ruimte hebt gevonden om in te voegen, mag je gewoon de vluchtstrook gebruiken.”

Bekijk hieronder onze video’s op het gebied van auto’s en mobiliteit: