Best zet in op taalkennis: ‘We hebben ook veel laaggeletterden’
BEST - Taalhuis, taalcafé, taalclub, taalmaatjes: zomaar wat initiatieven in Best. In die gemeente wordt vol ingezet om op alle fronten de taalkennis op te vijzelen.
Wilma VervoortBron:ED
Goed Nederlands kunnen lezen, schrijven en spreken is lang niet zo vanzelfsprekend als je zou denken. Veel mensen, ook die Nederlands als moedertaal hebben, kampen met problemen op dit gebied. Dat maakt het leven vaak een stuk ingewikkelder.
In deze maatschappij wordt ervan uitgegaan dat je zelfredzaam bent
Jana Pavlova, Buurtcoach
Het Taalhuis in Best is de overkoepelende organisatie en is een samenwerking tussen Lezen en Schrijven, de bibliotheek, de LEVgroep, het Ster-college en de gemeente (als regievoerder). Alle initiatieven hebben een verschillende insteek en doel. Hun aanbod varieert van leren converseren tot en met het beheersen van de grammatica. Er is regelmatig overleg en de gemeente is nauw betrokken. Het doel van de gemeente is om een dekkend taalnetwerk te hebben. Zo worden inwoners die moeite hebben met de Nederlandse taal, zo goed mogelijk ondersteund zodat zij actief een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij.
Schaamte over het taalniveau
,,We hebben in Best veel mensen die anderstalig zijn. Maar ook, en dat wordt wel eens vergeten, mensen die laaggeletterd zijn”, weet Jana Pavlova, werkzaam bij welzijnsorganisatie LEV Best als buurtcoach Leemkuilen. ,,Nederlands is dan weliswaar hun moedertaal, en spreken gaat hen daarom goed af, maar ze hebben moeite met lezen en schrijven. Als je bedenkt dat in onze maatschappij heel veel gecommuniceerd wordt via formulieren, brieven en e-mails kun je je wel voorstellen dat je het dan lastig hebt. Bij veel van hen speelt dan ook nog eens de schaamte mee over het niet goed kunnen lezen of schrijven.”
Hoewel er ook voor die groep taalinitiatieven worden georganiseerd is het dus nog niet zo makkelijk om hen daarnaar toe te krijgen. Pavlova: ,,We zijn er alert op tijdens de activiteiten die we in Bestwijzer organiseren, zoals tijdens het formulierenspreekuur. Dan komen we er snel achter of iemand een structureel taalprobleem heeft en proberen we ze aan te moedigen om er iets aan te doen. Want in deze maatschappij wordt ervan uitgegaan dat je zelfredzaam bent. Zo niet, dan kun je op allerlei vlakken hulp krijgen, maar je moet natuurlijk zelf wel willen meedoen.”
21 deelnemers aan de Taalclub
Meedoen, dat willen toch wel veel mensen. Althans, dat merkten Hans en Marjo Meerman. Zij zijn Bestenaren die vroeger in het onderwijs hebben gezeten en die begin januari een oproep deden voor hun Taalclub in Leemkuilen. ,,In een mum van tijd hebben we 21 deelnemers. Dat is voor ons tweeën eigenlijk een iets te grote groep. Bij ons gaat het om Nederlands te leren praten, maar als je met zovelen bent kom je natuurlijk niet heel vaak aan de beurt. Dus wij zouden heel graag wat extra vrijwilligers hebben zodat de groepen wat kleiner worden. Als het zo doorgaat groeien we straks nog uit onze jas”, zegt Meerman lachend.
Er is inderdaad een schrijnend tekort aan vrijwilligers, beaamt Pavlova. ,,Op dit moment zijn er al wachtlijsten zelfs. Daarom zijn nieuwe vrijwilligers zeer welkom. We kunnen in een persoonlijk gesprek bepalen bij welk taalinitiatief iemand het beste past.”