Echtpaar Jacobs gaat voor droom #3: eigen delicatessenzaak in Son

Puber Richard Jacobs komt in 1993 als afwasser terecht bij Lou en Mieke Paardekooper in restaurant ’t Kleijn Geluck in Son. Het blijkt een goede match. Niet alleen leert Jacobs veel van Lou Paardekooper in de keuken, er ontstaat meer dan een werkgever-werknemerrelatie. Het voelt als vader en zoon. Wat Jacobs dan nog niet weet is dat hij tien jaar later zelf eigenaar wordt van ’t Kleijn Geluck, en dat zijn toenmalige werkgevers zijn schoonouders worden.

De dochter van het echtpaar Paardekooper, Astrid, pakt na haar atheneum een studie Spaans op en vertrekt naar Spanje. Als haar geld op is belt ze haar ouders. Die stimuleren haar niet het geld in de kroeg uit te geven, maar aan de andere kant van de bar zelf geld te gaan verdienen. Dat blijkt niet aan dovemansoren gericht.

Astrid gaat net als Richard de Hotelschool doen. Een stage bij Cas Spijkers volgt. De passie voor koken brengt hen bij elkaar. Het verliefde stel gaat in Brussel ervaring opdoen. De één werkt bij het Royal Windsor Hotel en de ander bij het Conrad Hotel, niet de minste. Toch lonkt Brabant. Als Lou en Mieke Paardekooper aangeven het rustiger aan te willen doen, staan Astrid en Richard klaar om ’t Kleijn Geluck over te nemen.

Met veel plezier runnen ze het restaurant. Na vijftien jaar willen ze meer tijd voor zichzelf en anderen vrijmaken en verkopen ze ’t Kleijn Geluck. Omdat de ouders van Astrid achteruitgaan en hulp behoeven, hebben ze alle tijd om te mantelzorgen voor het echtpaar Paardekooper. Nu Mieke binnenkort wordt opgenomen in een verzorgingshuis geeft dat lucht voor nieuwe plannen. Ze mijmerden al langer over een eigen delicatessen- en traiteurzaak. Waar ze met de verkoop van eigen bereide afhaalmaaltijden toch weer met hun kookpassie bezig kunnen zijn. Niet de hectiek van een restaurant runnen, maar samen werken in een dorps delicatessenwinkeltje. Lou Paardekooper heeft al toegezegd de bonbons te maken. Droom drie komt uit: vandaag opent Sonrisa haar deuren.