,,Pas je op voor de vliegende brigades!’’ Het was mijn Duitse buurman, meestal een redelijk koele kikker, die ons weer even op scherp zette, voor we eind vorige week van ons vakantieadres naar huis reden. Hij had de vorige avond op het Duitse journaal gehoord dat politie in de grensstreek vakantiegangers van de weg plukt voor coronacontroles.
Nou hadden we paspoorten en gele vaccinatieboekjes bij ons, maar het maakt je altijd toch even onzeker. Vooral omdat, laat ik eerlijk zijn, ik nog steeds met een eigenhandig vervalst vaccinatiebewijs rondrijd. (Het RIVM heeft drie maanden na dato mijn tweede inenting nog steeds niet geregistreerd). Bovendien was ons de eerste dagen van ons verblijf in Duitsland al wel gebleken dat de Duitse coronacheckers erbovenop zitten. We hadden naar ons idee alles netjes voor elkaar, ons bij alle behörden aangemeld en de kleintjes door de teststraat gehaald, maar tot drie keer toe werden we de eerste dagen gebeld om de negatieve testbewijzen van onze kinderen in te sturen. En in te sturen en nog eens in te sturen. Ze kwamen kennelijk maar niet door. Tot het bellen uiteindelijk ophield en we dus concludeerden dat het gelukt was.
Stiekem had ik wel aan de kant gereden willen worden door zo’n witgroene Polizeiwagen
Daarna hebben we overigens nergens meer last van gehad, geen politiecontroles, geen rare vragen of opmerkingen, geen eieren naar onze Nederlandse auto. Ergens midden in onze vakantie kwamen Nederlandse vrienden langs, rechtstreeks uit het toen nog diepdonkerrode westen van het land. ,,En’’, vroeg ik, ,,hoe ging het met je aanmelding op einreiseanmeldung.de?’’
,,Huh’’, kreeg ik ten antwoord. ,,Was dat nodig dan?’’ Ook zij zijn ongeschonden heen en terug gereden. Net zoals wij dus uiteindelijk. Geen vliegende brigades. Een beetje speet me dat zelfs wel. Stiekem had ik wel aan de kant gereden willen worden door zo’n witgroene Polizeiwagen. Raampje open. ,,Gutenmorgen’’ ,,Gutenmorgen.’’ Dat ik mijn gelbes Büchlein zou overhandigen (,,bitte, her Commissar’’) en dan kijken of-ie doorhad dat er iets aan mankeerde.
Niet dus, en zo reden we (,,jongens, nog 1 kilometer, nog 500 meter, nog 100, yeah, we zijn er weer’’) quasi juichend Nederland weer binnen.
Maar hoe verging het u op vakantie? Bent u wel aangehouden, gecontroleerd, geweigerd misschien, bij de grens, op een camping of een hotel, in een restaurant? Had u überhaupt problemen met weg- of terugkomen vanwege coronaperikelen? Ik wil het graag weten. Vertel, bondig alstublieft.