Na de kater van 40 jaar jeugdzorg: zullen we weer gewoon gaan helpen?
TILBURG - Na 40 jaar in de Brabantse jeugdzorg wierp José Rijnen in 2020 teleurgesteld de handdoek in de ring. De transitie van de jeugdzorg was in haar ogen mislukt. Met hulp van vrijwilligers keert de Tilburgse kinder- en jeugdpsychologe terug naar de basis. ,,Heel praktisch kinderen en gezinnen bijstaan.”
Het is een moment uit haar loopbaan in de jeugdzorg dat José Rijnen nog helder voor de geest staat. Met de Bossche wethouder Paul Kagie bezocht ze in november 2017 de première van Alicia: een spraakmakende documentaire over een slim meisje dat al in haar eerste levensjaar uit huis wordt geplaatst.
De film begint als Alicia op haar negende in kinderhuis Reek aan een hulpverleenster vraagt: ‘Waarom lukt het maar niet om een plekje voor mij te vinden in een pleeggezin?’ Vier jaar en een reeks tussenstations later verdwijnt ze als recalcitrante puber achter de hoge hekken van een gesloten jeugdinstelling. In de slotscène ligt ze verstrengeld met haar moeder - 17 jaar oud toen ze Alicia baarde, vervolgens vooral afwezig - tastend naar het nieuwe leven in mama’s opbollende buik.
Niemand de schuld geven
Rijnen (65) was aangedaan door de tragiek van ‘dit kind uit haar regio’. Maar ook het besef hoe grondig het mis was met de jeugdzorg trof haar. ,,Heel veel mensen waren met de beste bedoelingen bezig geweest, je kon er niemand de schuld van geven dat Alicia steeds verder afgleed. Ik realiseerde me: het is nog een lange weg om dit te verbeteren.”
Gedurende veertig jaar was de Tilburgse kinder- en jeugdpsychologe werkzaam in de Brabantse Jeugdzorg, steeds in de organisatorische en beleidsmatige sfeer. Voor het uitvoerende werk was ze minder geschikt, concludeerde ze al vroeg nadat een jonge meid in een gesloten instelling in Rijsbergen zich aan haar vastklampte alsof ze haar moeder was. ,,Ik kreeg felle kritiek dat ik niet voldoende professionele distantie zou behouden.” Rijnen werkte later onder meer bij Kompaan, de voorloper van zorgaanbieder Sterk Huis in Goirle. Ze was in dienst bij de provincie toen die nog de regie had over de jeugdzorg en stapte over naar Den Bosch toen gemeenten de leiding overnamen. In 2020 gaf ze er uiteindelijk de brui aan: ,,Ik was er echt klaar mee.”
Ik geloofde in de gemeente als regisseur en dacht nu krijgt de jeugdzorg vleugels
Doorslaggevend was haar Bossche periode. Rijnen mocht er sinds 2013 als ‘transitiemanager’ de vernieuwing van de jeugdzorg in de regio Noordoost-Brabant mee in banen leiden. Ronduit enthousiast was ze over de decentralisatie. ,,Ik geloofde in de gemeente als regisseur en dacht nu krijgt de jeugdzorg vleugels, nu kunnen we er echt vroeg bij zijn om gezinnen en kinderen te ondersteunen.”
Uitgedijd als zelfrijzend bakmeel
Maar die hoop zakte langzaam weg in een moeras van bestuurlijk, ambtelijk en ook persoonlijk onvermogen. Rijnen schetst hoe gemeenten zich geleidelijk gingen opstellen als manager en inkoper en stukje bij beetje tegenóver jeugdzorgaanbieders kwamen te staan. Hoe inkoop en toegang ‘uitdijden als zelfrijzend bakmeel’ in pogingen grip te krijgen op de jeugdzorg. Hoe steeds meer mensen ‘zonder de juiste kennis en op afstand binnen dat geldverslindende apparaat krampachtig gingen sturen op kostenbeheersing’.
Mijn motto: ben er voor de ander en doe elke dag wat je kunt doen, ik heb dat van huis uit meegekregen
Ze vertelt over het komen en gaan van projectleiders en strategen en hoe alles steeds anders moest. Er te weinig tijd was voor reflectie. Dat juist de gedreven en vakbekwame collega’s vertrokken, om zich soms voor veel geld weer te laten inhuren door adviesbureaus. En ze steekt de hand ook in eigen boezem. ,,Ik ben te weinig strateeg, mis de kwaliteiten om op bestuurlijk en politiek niveau handig te acteren. Ik stond pal voor de inhoud, maar dat is niet genoeg. Het systeem kon ik er niet mee veranderen.”
Vooral druk met elkaar
Geld is volgens haar niet het probleem, maar wat we ermee gebeurt. ,,We hebben met z’n allen een monsterlijk zorgsysteem gecreëerd.” Ze hekelt de marktwerking, de versnippering, het gebrek aan samenwerking. Ze spreekt van aanbieders ‘die kapitalen kunnen verdienen met lichte problemen, terwijl jeugdigen in de grootste nood alsmaar verder in de knel raken’. ,,De bescherming van kinderen is een aanfluiting. Over de vraag of een kind thuis al dan niet veilig is, buigen zich vier instanties, na vele maanden ligt er een conclusie! Vervolgens zijn tien mensen rond één gezin vaak vooral druk met elkaar.”
Na haar vertrek richt Rijnen zich aanvankelijk op andere dingen: de moestuin, kleinkinderen die zich aandienen. Ze wordt maatje van twee volwassen Tilburgers: een jongen met een ernstig hartprobleem en een Engelse weduwe zonder netwerk. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. ,,Mijn motto: ben er voor de ander en doe elke dag wat je kunt doen, ik heb dat van huis uit meegekregen.” Stap voor stap bouwt ze nu met een groot aantal partijen in Tilburg aan ‘een coalitie voor informele steun aan kinderen en gezinnen’.
Terug naar de basis
Wat drijft haar? Rijnen vertelt hoe jongeren in haar directe omgeving te maken kregen met stevige problemen als anorexia en psychoses. Zij kwamen dat te boven, met hulp en steun van goed opgeleide ouders, vrienden, familie, de omgeving. Van mensen die de weg weten en er gewoon zíjn. ,,Maar veel ouders missen dat vermogen en het netwerk, het kost vaak al moeite genoeg om het hoofd boven water te houden. Ik gun iederéén zo’n steunnetwerk. Onze coalitie gaat helpen om dat te bouwen.”
Terug naar de basis dus: hulp dichtbij, eigen kracht, niet medicaliseren maar normaliseren. ,,Het staat steevast in beleidsnotities die ik ook schreef, maar het blijven al te vaak holle kreten. Ouders hebben naast zorg ook behoefte aan iemand die er gewoon is, die luistert, eens een kind onder de hoede neemt of mee naar school gaat als er een probleem is. Gelukkig zie je inmiddels breed het besef doordringen dat de jeugdzorg moet veranderen. Initiatieven als De Jeugdsprong (van FNV Zorg & Welzijn en Stichting Beroepseer, red.) doen goede voorstellen, bijvoorbeeld om het Rijk weer verantwoordelijk te maken voor de zware zorg. Zie de coalitie als mijn bijdrage aan de verandering in Tilburg.”
Niemand die zegt: bemoei je er niet mee
Ze realiseert zich dat ze het initiatief zonder haar netwerk nooit van de grond had gekregen. Rijnen is in Tilburg tevens voorzitter van de Rotary en lid van de Sociale Raad, ze kent veel organisaties en mensen in Brabant. Lachend: ,,Nooit gedacht dat ik het nodig had, maar ik kan gewicht in de schaal leggen met mijn ervaring. Ik ben nu weer honderd procent bezig met mijn vak, mag me weer met de inhoud bezig houden zonder bestuurlijk gedoe. Niemand die zegt: Rijnen, bemoei je er niet mee, daar gaan wij over. Dat voelt super.”
Niet oordelen en oplossen, maar luisteren en helpen
Vrijwilligers die een handje helpen in gezinnen die niet kunnen terugvallen op anderen: nieuw is dat niet. Ook in de regio Tilburg bieden bijvoorbeeld Home Start en Buurgezinnen al dergelijke ondersteuning.
De ‘coalitie voor informele steun aan gezinnen en kinderen’ smeedt deze partijen aaneen met nieuwe partners en biedt een sterke basis met advies, scholing en kennis. ,,Elk gezin moet desgewenst kans krijgen op onze steun. Voor lichte problematiek is er die vaak al, wij gaan die ook bieden bij complexere problemen”, zegt initiatiefnemer José Rijnen.
Geen tafel in huis
Voor die laatste categorie is de landelijk partner Samen Oplopen aangesloten. Die koppelt stevige vrijwilligers aan professionele hulpverleners. Andere partners in de coalitie zijn onder meer ContourdeTwern/R-Newt, Sterk Huis, de GGD, schoolmaatschappelijk werk, Feniks en T-PrimaiR.
Eenzaamheid of onvoldoende bestaanszekerheid zijn risico’s om er alleen voor te komen staan in de opvoeding ,,Wie bezig is het hoofd boven water te houden, heeft weinig ruimte voor andere dingen”, weet Rijnen. Net afgestudeerd als kinder- en jeugdpsychologe belandde ze in een Rotterdams gezin waar zelfs een tafel ontbrak. ,,Het eten werd uitgedeeld bij de koelkast, ieder zocht een eigen plekje. Ik was verbijsterd.”
Praktische hulp die groeit naar meer
Vrijwilligers kunnen rekenen op ondersteuning om bij pittige gezinnen aan de slag te gaan. ,,Ik ben ervan overtuigd dat er genoeg mensen zijn die het met goede begeleiding aandurven. ContourdeTwern beschikt over een groot potentieel, ook van mensen die de zorg kennen. En ook Sterk Huis kent veel mensen die echt iets willen betekenen.”
En dat doen vrijwilligers vooral door te luisteren en te doen. ,,Zonder oordeel over bijvoorbeeld een vader die soms drinkt of een moeder die weer ruzie maakt. Zonder de illusie problemen helemaal op te kunnen lossen. Je probeert vooral mee te denken, vraagt bijvoorbeeld ‘zal ik vanmiddag op je kind passen?’, of: ‘wil je dat ik meega naar dat gesprek?’ Je loopt een tijdje op met de ouder of jongere en ontwikkelt een persoonlijke band. Zo kan praktische hulp uitgroeien naar veel meer.”
Leertafel voor lastige situaties
Gezinnen worden al aangedragen, onder meer via jeugdartsen van de GGD, buurtondersteuners van ContourdeTwern en Feniks. Werkterrein wordt in eerste instantie waarschijnlijk vooral de Reeshof. ,,In Tilburg-Noord is ook veel nood, maar daar gebeurt ook al veel.”
De partners in de coalitie regelen de hulp, bijgestaan door professionals van Sterk Huis en ContourdeTwern. Rijnen zelf schuift wel aan bij een leertafel waar lastige situaties worden besproken. Voor het eerste jaar is bij de gemeente Tilburg een aanvraag gedaan voor een bijdrage van twee ton. ,,Maar ik hoop ook op financiering voor de langere termijn. Pas dan kan een echte omslag gerealiseerd worden.”
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
Advies SER: ‘Laat kinderen meebeslissen over hulp’
De zorg voor kinderen kan snel verbeteren zonder dat er grootscheepse aanpassingen nodig zijn. Zo moeten kinderen en hun ouders kunnen meepraten, meer specialisten moeten meekijken bij de beoordeling van de benodigde zorg en er moeten landelijke regels komen voor administratie. -
PREMIUM
Met z'n allen weer massaal in de file: overal dalen de cijfers en in Brabant stijgen ze
DEN BOSCH - Brabant loopt muurvast. De situatie op de Brabantse (snel)wegen is veel erger dan in de rest van het land. Sterker: alleen in Brabant is het nóg drukker dan voor corona, constateert de ANWB. -
Salderingsregeling zonnepanelen wordt pas vanaf 2025 afgebouwd
Huizenbezitters met zonnepanelen kunnen hun teveel aan opgewekte stroom langer tegen markttarieven terugleveren aan het net. Het kabinet wil de zogeheten salderingsregeling pas vanaf 2025 versoberen, waar dat eerder al vanaf 2023 het geval zou zijn. -
Hoeveel minuten pauze mag je nemen op een werkdag?
Even een rondje wandelen, een broodje eten of snel het nieuws checken op je telefoon; werknemers hebben recht op pauze, maar hoe zit het precies? Mag je zomaar pauze nemen en krijg je dan doorbetaald? Experts beantwoorden zes veelgestelde vragen over het recht op pauze. -
PREMIUMVijf vragen
Waarom sommige mensen grof geld over hebben voor een digitaal eigendomsbewijs
Wereldwijd schaffen steeds meer mensen NFT's aan. Dit zijn unieke, digitale eigendomsbewijzen, vaak aangeschaft met cryptomunten. En ze zijn al lang veel meer dan kunstwerken of kattenplaatjes. Waarom zou je ze kopen en wat zijn de risico's? Vijf vragen over NFT’s.
-
PREMIUM
Wanhoop in ‘zieke jeugdzorg’: nú streep trekken
TILBURG - Door de korting van nog eens een half miljard euro is de stemming in de jeugdzorg tot een dieptepunt gedaald. ,,De sector staat op springen”, stelt FNV-bestuurder Maaike van der Aar in aanloop naar een landelijke actiedag dinsdag. -
PREMIUMAardse Zaken
Jan heeft een eigen windmolen in de achtertuin, maar: ‘Voor het grote geld hoef je het niet te doen’
HAARSTEEG - Molentjes, kleine turbines en wokkels. Mogelijkheden voor 'windenergie aan huis’ zijn er genoeg. Al pakken weinig Brabanders het zo groot aan als Jan Hamers uit Haarsteeg, met een eigen 12 meter hoge windmolen in de achtertuin. -
Deze broers en zussen zijn samen 1000 jaar: 'Wij voelen ons echt jarig’
Het is feest bij de familie Bierens uit Duizel, want alle broers en zussen zijn samen maar liefst 1000 jaar oud. Hun moeder kreeg in achttien jaar tijd veertien kinderen. De oudste is nu 80 en de jongste 62 en ze zijn nog allemaal in aardige gezondheid.