Staat Brabant op instorten? Foute euro’s bezoedelen steeds meer reguliere samenleving
OndermijningVerdienen drugscriminelen tegenwoordig zo veel geld dat ze ook de dienst uitmaken in de ‘fatsoenlijke samenleving’? Of loopt het allemaal zo’n vaart niet?
Brabantse Onderzoeks RedactieBron:ED
In Groningen, daar is het duidelijk. Eens in de zoveel tijd beeft daar de aarde en staan woningen en bedrijfspanden er op hun grondvesten te schudden. De gasboringen van de NAM ondermijnen de provincie: niemand die het nog durft te bestrijden.
Maar Brabant dan, wordt dat ook ondermijnd? Nou en of, roepen burgemeesters, politiebazen en commissaris van de Koning Wim van de Donk. Wat de NAM doet in Groningen doen de drugscriminelen in Brabant: de samenleving ondermijnen. Want met het produceren van synthetische drugs, het verhandelen van cocaïne en het telen van wiet verdienen de criminelen zo veel geld dat ze ook voet aan de grond krijgen in wat we dan gemakshalve maar de ‘bovenwereld’ noemen. Ze kopen vastgoed, ze sponsoren armlastige voetbalclubs, ze maken de dienst uit in veel oude volksbuurten, spannen jongeren voor hun karretje en vergiftigen de Brabantse natuur, want het afval van drugslaboratoria en hennepkwekerijen wordt gewoon in sloten en bossen gedumpt.
Dit alarmerende lied, dat zo scherp in contrast staat met het zoetsappige ‘Brabant’ van Guus Meeuwis, horen we nu al bijna tien jaar. De ondermijnende criminaliteit staat bij vrijwel iedere Brabantse burgemeester bovenaan de agenda en is ook in politiek Den Haag een ingeburgerd begrip geworden. Dat is geen toeval, maar het resultaat van een weloverwogen overheidscampagne die de Brabantse burger wakker moet schudden. Een resultaat dat vooral op het conto mag worden geschreven van de Taskforce Brabant Zeeland, een soort buitenboordmotor die sinds december 2010 de verschillende overheidsorganisaties moet samensmelten tot een effectieve gevechtsmachine die de georganiseerde misdaad in Brabant werkelijk pijn kan doen.
Maat vol
Die taskforce zag het daglicht op donderdag 2 december 2010. Een dag eerder had de toenmalige burgemeester van Eindhoven, Rob van Gijzel, alarm geslagen bij minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie (zoals het ministerie toen heette). Vijf dagen eerder was aan de Boutenslaan in Eindhoven de woning van xtc-handelaar Peerke S. beschoten met een mitrailleur. Niemand werd geraakt, maar voor Van Gijzel was de maat vol. Anderhalve week eerder was in de bossen bij Esbeek een uitgebrande auto gevonden met daarin het lichaam van Lesley Tunk, een gekend misdadiger die nadrukkelijk gelinkt werd aan de Eindhovense drugscrimineel Janus van W., ook wel de Godfather van het Zuiden genoemd. Bovendien was al bekend dat burgemeester Fons Jacobs van Helmond moest onderduiken na ernstige bedreigingen uit het lokale drugsmilieu. Bij de Helmondse coffeeshop Carpe Diem werden op 20 juli 2010 twee handgranaten naar binnen gegooid.
Niet lullen maar poetsen
De wietpas zou een faliekante mislukking worden: veel Nederlandse coffeeshopbezoekers weigerden zich te laten registreren en verkozen de illegale straathandel boven de coffeeshops
In het bijzijn van de burgemeesters van Eindhoven, Tilburg, Den Bosch, Breda én de loco-burgemeester van Helmond werd de Taskforce B5 opgericht. In een schriftelijke verklaring werden de ambities van de taskforce bondig samengevat: ‘Criminele bendes die achter de wietteelt en -handel zitten, worden opgerold, onderliggende criminele structuren worden afgebroken en crimineel vermogen wordt afgepakt.’ Voor de opgetrommelde media wist minister Opstelten het nog bondiger te vertellen: ,,Alles wat nodig is, gaat gebeuren. Niet lullen maar poetsen.”
Peter Noordanus, de in juli 2010 aangetreden burgemeester van Tilburg, werd voorzitter van de taskforce. En tegelijk met het instellen van de taskforce introduceerde Opstelten ook de wietpas voor Brabantse coffeeshops, een instrument dat buitenlanders de toegang tot de wietwinkels moest ontzeggen. Het zou een faliekante mislukking worden, want veel Nederlandse coffeeshopbezoekers weigerden zich te laten registreren en verkozen de illegale straathandel boven de coffeeshops. Op 19 november 2012 werd de wietpas afgeschaft. Opstelten bleef zich verzetten tegen de aanzwellende roep om legalisering van de cannabis, waar ook toen al veel Brabantse burgemeesters en wethouders zich sterk voor maakten.
Tot de eerste acties van de taskforce behoorden een inval in een growshop in Breda - waar drie miljoen euro werd gevonden - en een actie op een berucht woonwagenkampje aan de Heezerweg in Eindhoven. In de persberichten werd telkens de nadruk gelegd op het integrale karakter van zulke acties: behalve politie en justitie deden ook de gemeente en de Belastingdienst volop mee. Nadrukkelijker dan voorheen was het doel om verdachten niet alleen in de gevangenis te krijgen maar ook in de portemonnee te pakken. Via een fiscale boete of door beslag te leggen op waardevolle spullen, bijvoorbeeld auto’s of boten.
Geesten rijp maken
Met horten en stoten weet de taskforce bij de betrokken instanties de geesten rijp te maken voor een grootschalig offensief tegen de ondermijnende criminaliteit. In 2013 verlengt het kabinet het bestaan van de taskforce, die vanaf dat moment behalve in de steden ook op het Brabantse platteland actief gaat worden. Om de samenwerking tussen de verschillende overheidsinstanties te bevorderen, krijgt het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC) een belangrijke rol toegemeten. Het RIEC wordt het ‘informatieplein’, waar de betrokken partijen informatie over verdachten kunnen delen om vervolgens een gezamenlijk strijdplan te smeden.
Onder de paraplu van de taskforce boeken de samenwerkende instanties hun eerste successen: het aantal criminele groeperingen dat wordt aangepakt, groeit. De grootste klapper is op 4 april 2016, als een enorme politiemacht op 124 plaatsen in het land - waarvan de meeste in Brabant - binnenvalt en 56 arrestaties verricht. Het middelpunt van de actie is het bedrijf Party King, op een industrieterrein in Best. Officieel een cateringbedrijfje voor feesten en partijen, maar in de praktijk is Party King een ‘rovershol’, een ontmoetingsplaats voor drugscriminelen. De politie hangt het pand vol met microfoons en observeert de bezoekers, vaak oude bekenden uit de Brabantse drugswereld. De hoofdrolspelers krijgen gevangenisstraffen van acht, negen en tien jaar.
Politie en justitie zijn er blij mee, maar tegelijkertijd is er het besef dat de productie van drugs op volle toeren blijft draaien. De observatieteams hebben bij Party King zevenhonderd man naar binnen zien lopen, stuk voor stuk radertjes in de Brabantse drugsindustrie. De politie heeft te weinig tijd om ze allemaal onder de loep te leggen. ,,We schoppen wel een deuk in een pakje boter, maar jeetje wat is dat pak boter groot’, verzucht recherchebaas Wilbert Paulissen.
De moeizame strijd tegen de Brabantse drugscriminelen komt in januari 2017 in de landelijke schijnwerpers te staan als de Tilburgse hoogleraar Pieter Tops en journalist Jan Tromp een boek uitbrengen over ‘De achterkant van Nederland’. In geuren en kleuren wordt daarin beschreven hoe in Brabant een illegale schaduweconomie is ontstaan waar de overheid amper zicht en nog minder vat op heeft. Grote strafrechtzaken ontaarden in een ‘logistieke nachtmerrie’, officier van justitie Greetje Bos schildert Brabant af als één groot Sodom en Gomorra.
Tekst gaat verder na de podcast.
Hoe is de Brabantse onderwereld verweven met de bovenwereld? Luister naar onze podcast, waarin we een ronde maken langs ogenschijnlijk normale plaatsen, waar men druk bezig is met (de strijd tegen) ondermijnende criminaliteit. De podcast is ook te beluisteren via Apple, Google of Spotify.
Onze excuses
Helaas kunnen wij deze social post, liveblog of anders niet tonen omdat het één of meerdere social media-elementen bevat. Aanvaard de social media-cookies om deze inhoud alsnog te tonen.
Wakker
Het boek schudt de landelijke politiek wakker. Vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 buitelen de lijsttrekkers over elkaar heen met beloftes aan Brabant. D66-voorman Alexander Pechtold spant de kroon. Hij vindt dat de Brabantse taskforce er 300 miljoen euro bij moet krijgen. In een gezamenlijke brief pleiten de burgemeesters van Eindhoven, Tilburg, Breda, Den Bosch en Helmond voor een ‘strijdkas’ van 150 miljoen euro, nodig om de ‘kwade krachten’ te overwinnen. Het nieuwe kabinet van Mark Rutte stort 100 miljoen euro in een landelijk ‘ondermijningsfonds’, waarvan uiteindelijk 24 miljoen naar Brabant zal gaan. ,,We zijn bezig met een theelepeltje de zee leeg te scheppen”, laat de Tilburgse burgemeester Peter Noordanus optekenen.
De burgemeester als crimefighter, het is het onvermijdelijke gevolg van de integrale aanpak van de drugscriminaliteit
Noordanus is dan al uitgegroeid tot het schoolvoorbeeld van een burgemeester die arm-in-arm met politie en justitie de misdaad te lijf gaat. Niet met een pistool in zijn holster, maar wel door panden te sluiten waar drugs zijn gevonden, onderzoeken naar de integriteit van aanvragers van vergunningen en ferme uitspraken over foute motorclubs die de stad moeten worden ‘uitgejaagd’. De burgemeester als crimefighter, het is het onvermijdelijke gevolg van de integrale aanpak van de drugscriminaliteit. Een enkele burgemeester stribbelt wat tegen of duikt stiekem weg, want wie criminelen in de weg zit, loopt kans dat hij te maken krijgt met serieuze bedreigingen. De meeste burgemeesters volgen niettemin in het kielzog van Noordanus. Met als gevolg dat een boef anno 2019 niet alleen politie en justitie achter zich aan heeft zitten, maar ook de gemeente, de Belastingdienst en de Fiod.
Toch constateerde commissaris van de Koning Wim van de Donk vorige week nog dat misdaad nog steeds loont in Brabant. ,,Wij staan erbij, kijken ernaar en worden uitgelachen.” Want ondanks alle rake en half rake klappen zijn er weinig signalen die erop duiden dat de drugsindustrie aan de verliezende hand is. Motorclubs als Satudarah en No Surrender zijn verboden en (nagenoeg) van het toneel verdwenen, grote jongens als Klaas Otto en Corin Denis zitten achter slot en grendel, maar de criminele infrastructuur lijkt er niet onder te hebben geleden.
Gissen
Privacywetten staan een efficiëntere aanpak in de weg, politie en justitie kampen met capaciteitsgebrek en de vraag waar de miljarden blijven die met de in Brabant geproduceerde drugs worden verdiend, wacht ook nog op een antwoord. De bedragen die Belastingdienst, Fiod en justitie af weten te pakken, staan in geen verhouding tot de werkelijke verdiensten. Het blijft een kwestie van gissen of al dat illegale geld ook een stevig fundament legt onder de Brabantse economie. Duidelijk is in ieder geval wel dat er kapitalen wegvloeien naar landen als Dubai, Spanje, Turkije en Marokko.
In de archieven van de Tweede Kamer duikt de term ‘ondermijnende criminaliteit’ voor het eerst op in een brief die minister Opstelten op 23 november 2010 schreef aan de Tweede Kamer. Ruim een jaar eerder heeft de Amsterdamse politiecommissaris Bernard Welten al een notitie geschreven met de titel ‘Over ondermijning’. Welten besteedt vele pagina’s aan de vraag wat dat nou precies is, ‘ondermijnende criminaliteit’. Om vervolgens uit te komen bij de stelling dat het hier gaat om criminaliteit die misbruik maakt van ‘de structuur van onze maatschappij, leidend tot een aantasting van haar fundamenten en/of van de legitimiteit van het stelsel dat haar beschermt’.
Veel Brabanders blijven de schouders ophalen, want er zijn maar weinig burgers die direct last hebben van ondermijnende criminaliteit
Nog steeds een tikkeltje vaag, maar het neemt niet weg dat de term ‘ondermijning’ inmiddels school heeft gemaakt. In Brabant is het al een gevleugeld begrip, zonder dat iedereen precies weet wat er nou mee bedoeld wordt. Net zoals ‘duurzaamheid’ is ondermijning een containerbegrip geworden, dat naar believen van stal kan worden gehaald. Bijvoorbeeld om burgers op te roepen om eerder de politie te bellen als ze op verdachte zaken stuiten of om politici aan te sporen wat guller de knip te trekken en de gereedschapskist van burgemeesters nog wat beter te vullen. Veel Brabanders blijven de schouders ophalen, want er zijn maar weinig burgers die direct last hebben van ondermijnende criminaliteit. ,,Van hondenpoep ervaren mensen meer last”, beseft Max Daniel, portefeuillehouder drugs bij de Nationale Politie.
Brabant kent enkele tientallen drugscriminelen die zich vrijwel onaantastbaar wanen, zo blijkt uit de vele gesprekken die de Brabantse onderzoeksredactie de laatste maanden voerde. Het zijn mannen die al jaren aan de touwtjes trekken (soms zelfs vanuit landen als Spanje of Marokko), die vaak het boegbeeld zijn van een omvangrijke, criminele familie en schatrijk zijn. Ook als we dat voor waar aannemen, maakt dat van Brabant nog geen ontwrichte samenleving, waar drugscriminelen de dienst uitmaken.
Niets nieuws
Of het een troost is of juist niet, mag iedereen zelf uitmaken, maar feit is dat nogal wat deskundigen beweren dat er eigenlijk niet zo veel nieuws onder de zon is. Al sinds de jaren tachtig - toen het woord ondermijning nog lang niet in zwang was - spelen Brabantse drugscriminelen een vooraanstaande rol in de wereld van de misdaad. Dat doen ze nu nog steeds, samen met de allochtone netwerken die zich de afgelopen jaren op de drugsmarkt hebben begeven. Belangrijk verschil is wel dat de onderlinge strijd is verhard, met de voorbije jaren alleen in Brabant al tientallen doden tot gevolg. Vooral omdat er nu veel meer geld verdiend wordt met de wiet, de xtc en vooral de cocaïne. Dat betekent ook dat de kans dat al die foute euro’s de reguliere samenleving bezoedelen, groter is geworden.