Europese leiders van start met defensiesamenwerking

De 25 deelnemende landen gaan samen defensiematerieel ontwikkelen en kopen, meer uitgeven aan defensie en samen missies en operaties uitvoeren.

Plannen in die richting waren er al 70 jaar, maar eerst lag de Franse assemblée dwars, en later Groot-Brittannië, dat een verzwakking van de Navo vreesde. ,,Maar die vrees is ongegrond. Dit gaat de Navo juist sterker maken”, aldus Tusk, die sprak van ‘goed nieuws voor onze bondgenoten; slecht nieuws voor onze vijanden’. 

Van de 28 landen doen er drie (nog) niet mee: Denemarken, Malta en Groot-Brittannië. De eerste 17 samenwerkingsprojecten liggen klaar en worden begin volgend jaar goedgekeurd. Eén ervan is geïnitieerd door Nederland: zorgen dat de Europese en Navo-landen veel sneller troepen en materieel dwars door Europa kunnen verplaatsen. Anders dan in de koude oorlog zijn veel wegen, bruggen en viaducten niet meer berekend op zware tanks. Anders dan toen zijn inmiddels ook veel spoorwegen geen staatseigendom meer.

Volgens EU-buitenlandchef Federica Mogherini, die de afgelopen paar jaar veel tijd investeerde in de Europese defensiesamenwerking en nauwere banden met de Navo, maakt de nieuwe aanpak van Europa ‘een geloofwaardige aanbieder van veiligheid’. Navo-topman Stoltenberg, met wie zij nauw samenwerkte, waarschuwde dat de twee instellingen hun capaciteitsopbouw vanaf nu heel goed op elkaar moeten afstemmen. Er komt immers geen Europees leger, nationale capaciteiten (menskracht en materieel) moeten voortaan beschikbaar zijn voor zowel Navo- als EU-inzet.