Waarom geeft het Afghaanse leger zich over zonder amper een schot te lossen?
De taliban trokken vanochtend de buitenwijken van Kaboel binnen. Daarmee kwam een einde aan een bliksemoffensief waarbij in enkele weken een heel land zonder slag of stoot werd veroverd. Hoe heeft dat zo snel kunnen gebeuren?
De militaire machtsgreep van de taliban in Afghanistan had zeker de laatste week veel weg van kraaltjes rijgen. De ene na de andere provinciehoofdstad viel razendsnel in hun handen. Na Kandahar, hun oude hoofdstad, Herat, en bijvoorbeeld Rarinkot (met Kamp Holland) in Uruzgan, was het dit weekeinde de beurt aan Mazar-e Sharif en Jalalabad en lag de weg open naar hun laatste prooi: de hoofdstad Kaboel.
In Washington en Europese hoofdsteden hebben ook regeringsleiders en militaire commandanten met verbazing de ontwikkelingen op het slagveld gevolgd. De opmars van de taliban ging zo snel dat de situatie op militaire stafkaarten binnen het uur veranderde. Trekken de extremisten nu op naar Jalalabad? Oh, hebben ze dat al in handen?!
Maar waarom ging het Afghaanse veiligheidsapparaat in de strijd met de taliban zo snel kopje onder? Vele jaren van training en bewapening, om regeringssoldaten en politieagenten op eigen benen te laten staan, gingen in dagen verloren. In veel provinciesteden werd er nauwelijks een schot gelost. Soldaten sloegen op de vlucht of liepen over. Lokale bestuurders gooiden het op een akkoordje met de taliban. Al het moderne wapentuig kwam onbeschadigd in handen van de taliban.
Terwijl alles er op papier zo goed uitzag. Alleen de Verenigde Staten hebben sinds 2001 al 83 miljard dollar uitgegeven aan de opbouw van het Afghaanse leger, de luchtmacht, de commandotroepen en de politie. De Afghaanse bestuurders hadden ook genoeg tijd om zich voor te bereiden op het offensief van de taliban.
De terugtrekking van de internationale strijdmacht kwam dit jaar door interventie van de Amerikaanse president Joe Biden in een stroomversnelling maar de regering in Kaboel kon zich sinds 2014 al instellen op een gevecht op eigen benen. In dat jaar kreeg zij de leiding over de strijd tegen de taliban.
Westerse instructeurs zagen ook wat ze wilden zien: met de training en de uitrusting zat het wel goed. De soldaten waren gehard, de elitetroepen deden niet onder voor die van andere legers. Maar al snel werd een groot probleem blootgelegd: de aansturing van het veiligheidsapparaat. De centrale regering in Kaboel maakte er een zootje van. Vooral onder president Ashraf Ghani waren de ministeries van Defensie en Binnenlandse Zaken bolwerken van corruptie en gebrek aan leiderschap.
Ghani zei altijd dat hij zijn land goed kende. Misschien in theorie, in de praktijk was het een ramp
Lynne O’Donnell, Australische journaliste
Vanuit de departementen werd het moreel onder leger en politie ondermijnd. Zo hebben politieagenten al maanden geen salaris meer gekregen. Een salaris dat toch al mager is in vergelijking met wat strijders van de taliban ontvangen: een soldaat of politieagent zou elke maand 300 dollar aan salaris moeten krijgen, de gemiddelde talib krijgt het dubbele of meer. Ook de bevoorrading vanuit Kaboel was een ramp. In veel gebieden ontbrak het de troepen aan voldoende water en munitie. Wapens werden verkocht op de zwarte markt en kwamen vaak in handen van de taliban.
Grote sommen uit de staatskas
De Australische journaliste Lynne O’Donnell die vele jaren in Afghanistan heeft gewerkt, richt haar pijlen vooral op president Ghani. Zij noemt hem ‘een micro-manager’ en ‘een controlfreak’. Ministers, gouverneurs van districten en politiechefs werden in hoge snelheid vervangen waardoor er geen enkele continuïteit in het bestuur was. In de tussentijd verdwenen er grote sommen uit de staatskas. Een deel van het geld werd in dure buitenverblijven in het buitenland gestopt. De president en zijn twee belangrijkste adviseurs, Hamdullah Mohib (veiligheidsbeleid) en Fazal Mahmood Fazli (zijn chef-staf) staan bekend als de ‘republiek van drie man’.
Veel topbureaucraten hebben een dubbel paspoort, zitten vaak in het buitenland en spreken de twee belangrijkste Afghaanse talen, Dari en Pashtoe, onvoldoende. Volgens Enayat Najafizada, oprichter van een denktank in Kaboel, leidde dit tot een enorme kloof tussen leiders en bevolking. De herverkiezing van Ghani in 2020 ging gepaard met corruptie. ,,Eerlijke verkiezingen geven je legitimiteit maar daarna moet je wel leveren, anders keren mensen zich tegen je. En er wordt al vijf tot zes jaar niet meer geleverd. Er werd verdeeldheid gezaaid, mensen werden voorgetrokken. Ghani zei altijd dat hij zijn land goed kende. Misschien in theorie, in de praktijk was het een ramp’’, aldus Najafizada.
Dit desastreuze beleid heeft ertoe geleid dat soldaten en agenten toen het er tegen de taliban op aankwam wel konden maar niet wilden. Zij wilden niet voor Ghani en de regering vechten. Zij liepen over of gingen naar huis omdat ze zich zorgen maakten over hun gezin, hun familie. Zij die wel vochten, deden dat omdat ze geen keuze hadden. Door een totaal gebrek aan moreel bleven er van de 300.000 soldaten en agenten (op papier!) een handvol over die wilden vechten en konden de taliban met twee vingers in de neus optrekken naar Kaboel.
Luister voor het laatste nieuws naar de AD Nieuws Update:
Onze excuses
Helaas kunnen wij deze social post, liveblog of anders niet tonen omdat het één of meerdere social media-elementen bevat. Aanvaard de social media-cookies om deze inhoud alsnog te tonen.
Bekijk onze nieuwsvideo’s in onderstaande playlist:
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.