Coppens Diervoeding stond met Dierenbescherming aan de wieg van Beter Leven Keurmerk

„Ja, als ik in de supermarkt langs het pluimvee-schap loop, kan ik het niet laten om weer eens zo'n hele kip in mijn handen te nemen. Op de verpakking siert het groene keurmerk met de gele ster.” Ad Kemps van Coppens Diervoeding in Helmond lacht van oor tot oor. 

„Ja, daar mogen we best trots op zijn”, klinkt het naast hem. Daar schittert Marijke de Jong  namens de Dierenbescherming: „Tien jaar na de moeizame start staan boeren, slachterijen en winkelketens in de rij om mee te doen. Ook de leden van de Dierenbescherming zijn enthousiast en het concept wordt uitgerold in België en er is ook interesse vanuit Duitsland.”

Keurmerk
Dat was in 2007 wel anders blikt De Jong terug. „Iedereen verklaarde ons voor gek. Een samenwerking tussen een veervoederbedrijf (de intensieve veehouderij) en de Dierenbescherming? Nee, dat kon echt niet. Een keurmerk op een dood dier? Ook dat was voor veel dierenliefhebbers een dilemma.”  

Maar het duo zette door. Er moest een alternatief komen voor de plofkip die overal uit het koelvak knalde. Kemps: „Er waren problemen in de pluimveesector. Dat zagen we bij Coppens ook.  Het roer moest om.” Met De Jong startte  hij een zoektocht naar een kip die niet direct een groeispurt inzette vanaf het moment dat het beestje uit het ei kroop. „We vonden uiteindelijk een ras in Frankrijk en doopten het om tot Volwaard.”

Netwerk
Kemps gebruikte zijn netwerk om pluimveeboeren over de streep te trekken mee te doen aan een proef. Uiteindelijk zetten zes kippenboeren hun deuren open voor de Volwaard-kip. „We bedachten een nieuw verdienmodel, want ook op het gebied van dierwelzijn moest het beter kunnen. De helft minder dieren per vierkante meter, daglicht, een overdekte uitloop en zo goed als geen antibioticagebruik.”

Tegelijkertijd werden talloze gesprekken gevoerd met supermarkten om winkelruimte beschikbaar te stellen voor de 'Volwaard'. De kip mocht meer kosten omdat de Dierenbescherming met het Beter Leven Keurmerk de consument warm zou maken om te  kiezen voor een gezondere en blijere kip. De Jong wist dat het een gevecht van de lange adem zou worden. „Maar uiteindelijk ging de consument om. Kwaliteit won het van de prijs.”

Toch tref je vandaag de dag de naam 'Volwaard' maar zelden aan in de winkel. Kemps: „Ik zag ze pas nog liggen bij de Makro. Maar de andere supermarkten brengen ze onder een andere naam. Je mag ervan uitgaan dat de kipproducten die het keurmerk met één ster dragen, van het type 'Volwaard' zijn. Dat biedt hoop. We hebben zelfs de crisis overleefd.”

Plofkip
Hebben Kemps en De Jong de plofkip dan compleet uit de winkels gejaagd? „Nee”, beseft De Jong. „Maar we hebben wel een verandering op gang gebracht. Supermarkten hebben inmiddels zelf ook actie ondernomen en brengen een kip die tussen onze sterkip en de plofkip inzit. Er worden dus stappen gezet, maar we zijn er nog niet.” 

Genoeg reden voor een feestje. Daarom blaast de Dierenbescherming in de laatste week van oktober, tijdens de jaarlijkse Beter Leven Week, extra in de bus zodat ook in de supermarkt de vlag uit kan. „Alle deelnemers die de afgelopen jaren hun nek uitgestoken hebben en meegewerkt hebben aan het succes, zetten we al eerder in het zonnetje”‚ weet Kemps. „Er gaan zelfs geruchten dat de provincie nog iets bijzonders voor de 'Volwaard' in petto heeft.”