Dubbel zoveel ‘pillenlabs’ opgerold in Oost-Brabant

Maar liefst zestien productielocaties van synthetische drugs als XTC en speed rolde de politie afgelopen jaar op in Oost-Brabant. Dat zijn er bijna twee keer zoveel als in de drie jaar daarvoor: 2016 (9 stuks), 2015 (8) en 2014 (9). Dat lijkt vooral te danken aan het succes van al het extra geld en energie dat de politie steekt in het aanpakken van de ondermijnende drugscriminaliteit in Zuid-Nederland.

Uit de cijfers die deze week door de Landelijke Eenheid van de politie werden gedeeld, blijkt dat er afgelopen jaar in heel Nederland 82 ‘productielocaties’ van synthetische drugs werden gesloten. Dat zijn er 21 meer dan het jaar ervoor. De provincie Noord-Brabant was net als alle voorgaande jaren hofleverancier: eenderde van alle pillenlabs komt uit onze provincie. Brabant is ook verantwoordelijk voor de grootste hap uit het aantal in Nederland ontdekte opslaglocaties (30 van de 70) en drugsdumpingen (83 van de 206).

In deze regio was het vorig jaar alleen al in Eindhoven vier keer raak: een garage in Woensel, een schuur in de wijk Stratum, een rijtjeshuis in Strijp en een loods in Acht. Maar de klapper van het jaar, misschien wel van de afgelopen twintig jaar, maakte de politie in Leende. Op het boerenerf van de lokale CDA-bestuurder Wim van der P. werd een megadrugslab ontdekt waar elke dag 100 kilo amfetamine (speed) en 150 kilo mdma (xtc) werd geproduceerd. Goed voor een dagelijkse miljoenenomzet.

In de wereld is steeds meer vraag naar met name XTC. Dat verklaart ook deels het toegenomen aantal labs dat is ontdekt. Dat dat het vaakst gebeurt in Oost-Brabant ligt daarbij voor de hand. „In ons gebied is het drugsprobleem hardnekkiger dan in de rest van het land”, zegt een politiewoordvoerder. „Het is hier een complete bedrijfstak. Hier komt het het meeste voor, dus dan rol je er ook de meeste labs op.”

Voor de rest is dit ‘succes’ vooral toe te schrijven aan de extra aandacht voor de drugsproblematiek in deze regio. „Alle wijkagenten weten waar ze op moeten letten, we hebben meer ervaring, herkennen beter de signalen”, aldus de politiewoordvoerder. „Maar dat geldt ook voor het publiek. Ik denk dat door alle aandacht ook de inwoners sneller zien dat er iets niet in de haak is. En dit vooral ook eerder melden.”