Eindhoven gaat windhinder bij nieuwe woontorens te lijf

In het onderzoek wordt de hoogte en ligging van de nieuwbouw, het oppervlak van de gevel, én bestaande bouw vergeleken met de overheersende windrichting. De kans dat dat tot overlast leidt, kan in Nederland berekend worden omdat er van elke locatie statistische gegevens bekend zijn over de windrichting die het vaakst voorkomt, aldus Blocken. ,,In het buitenland werkt men vooral met giswerk. Maar het risico dat je er naast zit is dan erg groot.”

Ook wordt bekeken welke functie het gebied rond het gebouw heeft. Als daar veel publiek winkelt of op terrasjes zit, dan is de eis strenger. Dan mag uit het onderzoek slechts een kleine kans op overschrijding van de norm (wind van 5 meter per seconde) blijken. Wordt de omgeving gebruikt als bijvoorbeeld parkeerterrein, dan mag er iets meer kans op overlast bestaan.

Ontwikkelaars kunnen het probleem verkleinen door er rekening mee te houden bij het ontwerp van de torens, zoals de brede ‘voet’ van de geplande hoogbouw op het Stationsplein. Daarvoor heeft Blocken uitgebreid onderzoek gedaan. ,,Dat zou overal moeten gebeuren. Het is goed dat de gemeente dat nu afdwingt.”