Helmonder dwingt stagiair tot seks, anders onvoldoende voor stage

De verdachte medewerker van het bedrijf, Peter H., zou in de periode van 4 tot en met 11 april van 2017 zijn slachtoffer drie keer hebben gedwongen tot seksuele handelingen. Als de mbo-leerling, die een licht verstandelijke beperking heeft, niet deed wat hem werd opgedragen, zou hij een negatieve beoordeling krijgen voor zijn stage. Hij moest de vernederingen meermaals ondergaan.

Tijdens het proces sprak een hevig geëmotioneerde H. over een complot van zijn werkgever. Hij ontkende alle beschuldigingen en weersprak dat er ooit sprake is geweest van enige intimiteit. Twee getuigen werden schriftelijk opgevoerd, zij verklaarden dat H. meerdere malen handtastelijk bij het slachtoffer was en ongepaste opmerkingen tegen hem maakte.

Op 11 april, na het derde voorval, besloot het slachtoffer vanaf het werk een berichtje te sturen naar zijn moeder. Daarin stond dat er ‘iets ergs’ was gebeurd. Die avond deed de jongen zijn verhaal en besloot hij samen met zijn ouders naar de politie te stappen. In augustus 2017 kreeg Peter H. een omgangsverbod opgelegd en zou hij in contact moeten treden met de reclassering. Aan dit laatste gaf H. geen gehoor.

Officier van justitie mr. Wineke Wichern nam het de verdachte kwalijk dat hij, ondanks de gedetailleerde verklaring van het slachtoffer, bleef ontkennen. Ook vond zij dat hij in gebreke was gebleven om contact op te nemen met de reclassering. Ze eiste een onvoorwaardelijke celstraf van drie jaar. Uitspraak op 16 maart.