Corona achter de schermen: ‘Theaters zouden in de zomer open moeten zijn’

Zo’n vijftig acts heeft Kees Spruit in zijn portefeuille, waaronder JW Roy, VOF De Kunst en Malford Milligan. Die verkoopt hij aan podia en festivals. Sinds het begin van de pandemie heeft hij het erg druk gehad, omdat hij steeds opnieuw optredens moest verzetten. Met name de grote bands hadden het moeilijk omdat festivals niet doorgingen. Naar kleinere bands en singer-songwriters was juist veel vraag, van afgelopen zomer tot half november.

Hoe is je gemoedstoestand?
„Ik voel me goed. Ik woon op een leuke plek, in een boerderij die ik aan het verbouwen ben. Ik heb een lieve vriendin en vier kinderen. Het werk is nu wel heel anders. Ik ben veel concerten aan het verzetten. Dat is niet prettig: veel werk doen voor niks. Maar ik raak er niet van in een depressie.”

Hoe houd je de moed erin?
„Ik verlies de moed niet zo gauw. Het zit in mijn karakter om altijd maar door te gaan. Ook wanneer ik me eens een dag niet lekker voel. Als ik een optreden vier keer verzet heb, verzet ik het nog wel een vijfde keer. Ik vind het gewoon prettig om alles goed geregeld te hebben.”

Wat zou er anders moeten?
„Sowieso moet er anders omgegaan worden met muzikanten. Dat zijn zzp’ers, vaak met een werkruimte aan huis. Daardoor vallen ze buiten alle steunmaatregelen. Ik vind dat echt een omissie in het overheidsbeleid. Maar ook zouden poppodia en theaters hun deuren niet moeten sluiten in de zomer. Dan zouden ze een buitentribune kunnen bouwen, zodat er in ieder geval gespeeld kan worden. Dat hoeft niet groot te zijn. Zo kunnen ze elke week vier concerten programmeren. Ze hoeven niet aan een zomersluiting te doen. Horeca-ondernemers spelen onmiddellijk in op dat soort mogelijkheden. Dus waarom theaters niet?”

Moet je er ander werk naast doen?
„Mijn vriendin heeft een vaste baan bij theater De Schalm in Veldhoven, en we hebben geen dure levensstijl. Dat is een fijne bijkomstigheid in deze periode. Ik heb ook geen tijd om ander werk te doen. Ik moet concerten verzetten, en zorgen dat bands kunnen optreden. Daar heb ik mijn handen vol aan.”

Waar kijk je het meest naar uit?
„Naar de komende zomer. Vorig jaar waren er veel kleine optredens. Die zullen er straks weer zijn. Ik kijk sowieso uit naar de zomer. Hier in het buitengebied voel je de seizoenen veel sterker dan in de stad. Als het voorjaar aanbreekt, word ik altijd blijer.”