Het bedrag valt bijna de helft lager uit dan de 20 miljoen euro aan voorlopig voorschot die de Eredivisieclubs in de tweede NOW-periode (juni tot en met september 2020) kregen. In de eerste periode (maart, april, mei) ging het om een bedrag van 25 miljoen.

Een reden voor het grote verschil zou kunnen zijn dat de tegemoetkoming van maximaal 90 procent van de loonkosten naar maximaal 80 procent is verlaagd.

De NOW-regeling is een tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Bedrijven kunnen middels deze regeling bij ten minste twintig procent omzetverlies een tegemoetkoming van de overheid krijgen om hun personeel te betalen. Ook clubs uit het betaald voetbal komen in aanmerking voor deze regeling.

Ajax ontving in de derde periode het hoogste voorschot van alle eredivisieclubs: 2.893.161 euro, gevolgd door Feyenoord (1.282.677 euro) en PSV (860.604 euro). In de periode daarvoor ontving PSV met 2,5 miljoen het hoogste voorschot. Ajax betaalde het ontvangen voorschot terug, omdat het vanwege onder meer de transfer van Sergino Dest naar Barcelona (18 miljoen euro) geen aanspraak maakte op steun.