Geen nonnen, wel studenten in het klooster: ‘Wie heeft mijn eten uit de vriezer gejat?’

De meeste van hen studerend aan de creatieve vakschool Sint Lucas. Bas dan weer niet bijvoorbeeld, die studeert sociologie aan de universiteit van Tilburg, maar wilde per se in Boxtel op kamers. Wel weg bij de ouders dus, maar niet uit het dorp. Sterre komt uit Arnhem, woonde eerst in een ander studentenhuis in Boxtel. Maar dat was geen groot succes. ,,Te gehorig en te rommelig”, vertelt ze. ,,Hier ist stukken beter.”

Een gemeenschappelijke woonkamer delen ze, inclusief sjoelbak, dartbord, vergane kerstbonbons en belegen grapjes op de muur gestift, de naam Carmen Electra op de meterkast doet vermoeden dat er hier al studenten in verschillende decennia woonden. Ook de keuken is voor gezamenlijk gebruik. Verder wordt lang niet alles gedeeld. 

Zo staat er in de kamer van Sterre haar eigen keukengerei, een grote soeppan fungeert als opslag. Die neemt ze elke keer mee als ze gaat koken. Wel een woongemeenschap dus, maar geen gemeenschap van goederen hier. In de keuken hangt een lijst met de schoonmaaktaken. Helemaal vergeeld is-ie. Sterre en Bas moeten er wat om lachen. “Die is echt niet meer up to date. En trouwens, niemand hield zich er goed aan.”

De keuken opruimen, het fornuis en de koelkast poetsen, het zijn van die altijd terugkerende topics in ieder gezamenlijk huis. Net als dat iedereen een andere definitie van de term ‘schoon’ heeft. ,,Wat voor de een goed genoeg is, vindt een ander soms ronduit ranzig.” En ja, de ene bewoner irriteert zich daar misschien meer aan dan een andere.

De zes meiden en twee jongens van ‘de eerste’ eten niet standaard samen, wel in samengestelde gelegenheidsgroepjes. Bianca stapt net de gang op. ,,En samen een boodschapje doen, een ijsje halen. Dat doen we ook wel, maar vaak in twee- of drietallen.”

Een gezamenlijke appgroep wordt vooral gebruikt voor praktische zaken. ,,Mag ik wassen, of was jij?” of: ,,Wie heeft mijn eten uit de vriezer gejat?” Sterre lacht. ,,Ik woon nu al zo’n zes jaar in een studentenhuis. Hartstikke leuk, hoor, maar een eigen plek straks. Daar kijk ik ook wel naar uit.”