Voor de klas: ‘Werken voor een zesje’ achter me gelaten
column Begin januari is het zover, de laatste horde in mijn traject; de Wiscat. Ofwel, de rekentoets die gehaald moet worden.
Delen per e-mail
De timing is eigenlijk ideaal, zo net na de lockdown kerstvakantie. Op een aantal diners na heb ik, net als de rest van de wereld, geen activiteiten gepland, dus genoeg tijd om te oefenen. Omdat dat met twee luidruchtige kleintjes in huis niet altijd meevalt zoek ik af en toe een rustig plekje op. Een plek waar ik 20 jaar geleden ook al sommen zat te oefenen, namelijk bij mijn vader aan de eettafel. In mijn pubertijd wilden deze bijlessessies nog weleens uitmonden in frustratie (mijn vader) en tranen (ik).
Twee decennia later zijn we hier gelukkig een stuk beter in geworden. Ik worstel me door de oefentoetsen, mijn vader zet kopjes thee en legt geduldig uit hoe vergelijkingen met meerdere variabelen ook alweer werken.
Zelf maak ik de opgaven met steeds meer plezier. En ook hij merkt het verschil in mijn leerethos. Blijkbaar zat ik vroeger tot zijn grote ergernis tot op de tienden nauwkeurig - op mijn rekenmachine uiteraard - uit te dokteren hoe laag de onvoldoende mocht zijn om gemiddeld toch op een 6 uit te komen. Of beter gezegd, op een 5,5.
Een 5,5 wil ik dit keer niet halen, ik moet in ieder geval een score hebben van 103 om te slagen voor de toets.
Samen met mijn mede-zijinstromers meld ik mij, uiteraard volgens alle richtlijnen, in het zaaltje voor de toets. Gewapend met een laptop en later ook met een potlood en kladpapier werk ik mij door de 55 vragen heen. Niet zonder moeite. Ik heb een kop als een boei na ruim anderhalf uur en het gevoel dat overheerst is: dit ging heel erg slecht. Ook de andere studenten beweren allemaal: ‘Het ging vreselijk’.
Nu is mij eerder al verteld dat dit juist de bedoeling is. De toets is adaptief en hoort dus heel moeilijk aan te voelen.
Een dag later word ik per mail gefeliciteerd met een hele mooie score. Bij Cito zoek ik op waar de score nou eigenlijk voor staat. Het blijkt een 10 te zijn.
Nu wil ik hier absoluut niet de illusie wekken dat ik een rekenkundig genie ben, en ik was ook echt niet de enige met een dergelijke score, maar ik lijk de fase van ‘werken voor een zesje’ toch achter me te hebben gelaten. Kan mijn vader ook trots op zijn.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUM
column Politiek is overleven, telkens opnieuw overleven
De opgestapte Lodewijk Asscher als partijleider van de PvdA is voor mij altijd het beste voorbeeld geweest van wat politiek met je kan doen. Tenminste als je gevoelig, sociaal en idealistisch bent. -
PREMIUM
Column Eindelijk een neon-boom
-
Column De nieuwe Oude Strijper Aa
-
PREMIUM
column Ik ben overpowered by Linda
-
PREMIUM
Schreeuwen en blaffen en andere mensen met woorden de kop afhakken omdat het je niet aanstaat
-
PREMIUM
Commentaar Het wordt tijd om 'lock him up' te roepen
Donald Trump is niet alleen verantwoordelijk voor de aanval op het Congres. Laffe Republikeinen hebben hem te lang gesteund. -
PREMIUM
column Met afstand het meest absurde en belachelijke regeringsbesluit dit jaar: veldrijden geen topsport
-
PREMIUM
Column Een bres in de blinde muur van het slachthuis