'Zo heeft ze griep, zo is ze dood'
MILHEEZE - Daar zat hij, bij Paul de Leeuw. Naast die andere Astrid Joosten, de bekende naamgenoot van zijn echtgenote. Zìjn Astrid is dood. Maar blijft voortbestaan in de Astrid Uganda Foundation, die een eigen school wil runnen in Oeganda. Oeganda, dat zìjn Astrid het leven kostte.
Nee. Dat ging hem te ver. Hij moest van de dokter zelf Astrid vertellen dat haar lichaam te zwak was om verder te gaan en dat ze in coma werd gebracht. Tip van de arts: neem meteen afscheid. Afscheid? Oké dan. Maar nee, niet weer in dat beschermende pak. Hij wilde haar kussen, vasthouden. Maar dat kan niet met handschoenen. "Als ik het ook krijg, dan moet dat maar zo zijn", zei hij en ging naar binnen.
Hij vertelde haar dat ze ging slapen. "Als je straks wakker wordt, heb je vast minder pijn" , hield hij haar voor. Ze sloeg haar ogen open, keek 'm aan en schudde nee. "We wisten allebei wat ze bedoelde. Dat wakker worden, geloofde ze niet meer in. Zonder woorden zei ze: 'Dit was het dan.' En dat was ook zo."
Astrid Joosten (41) kreeg gelijk. Ze is nooit wakker geworden. Twee dagen later verklaarde de arts haar hersendood en ging de stekker er uit. Koud een week ziek geweest. Acht dagen eerder begon het als een griepje en niets wees op dit einde, niets wees op het Marburg-virus, verwant aan Ebola, de afgrijselijke junglebloederziekte. En dan is Ebola de vriendelijke variant van de familie. Haar man Jaap Taal (53) vindt zich alleen terug in hun huis in Milheeze. "Maar ik ga door", klinkt het simpel.
De tuin is Brabants, het interieur bijna Afrikaans. Maskers aan de muur, en foto's, veel foto's. Van al hun prachtige reizen: Argentinië, Brazilië, China, Costa Rica, Egypte, Equador, Filippijnen, Malawi, Tibet en kijk, Timboektoe. "Vooral bekend van de Donald Duck", lacht Taal.
Hij kan lachen. Niet hardop, niet veel, maar: hij kan lachen. Hij kan ook praten, het hele verhaal vertellen. "Het gaat meestens automatisch" , zegt hij.
Hij praat best makkelijk. Korte zinnen, weloverwogen. Het heeft iets koels, iets afstandelijks. Hij is Rotterdammer, projectmanager, analyticus. Dat zit diep. "Astrid was niet ruim in het delen van emoties en ik doe dat ook niet", zegt hij. "Dat komt soms vreemd over, de artsen keken er van op, maar zo zaten wij in elkaar, zo ben ik. En zo blijf ik overeind, blijf ik wie ik ben."
Ze leerden elkaar kennen op het werk. "Daar ontstaan vele relaties, deze ook." Ze waren allebei getrouwd, maar niet lang meer. "Het was al snel duidelijk dat dit het was." En toen ze samen waren, begonnen ze te reizen. Dat was leuk, heel leuk. Fantastisch zelfs. dus deden ze het weer en meer. "Afrika dat was zò mooi dat we besloten om er om het jaar naar toe te gaan, anders kwamen we nergens meer en Equador was er nog en Tibet en zo."
En vorig jaar werd het Oeganda. Idee van Jaap, die had gelezen dat je daar berggorilla's kon zien. Ze deden het georganiseerd, zoals altijd. Een facultatieve excursie ("wij doen altijd aan alles mee") ging naar een pythongrot waar een dikke slang lag te slapen. En er waren vleermuizen, duizenden vleermuizen. Een beetje eng. "Maar het was een gerenommeerde grot, al tientallen jaren bezocht, een nationale gids niets wees op risico's."
De grot was voornamelijk vies. "Het waren Egyptische fruitbats, ze aten enkel vruchten, die lagen er te rotten in een dikke laag mest Glibberig. Het stonk vreselijk, het was er heter dan buiten door die broeiende mest."
En die mest is het waarschijnlijk geweest. "Misschien heeft Astrid wat aangeraakt toen ze een steuntje zocht, misschien zat het aan haar zool toen ze haar schoenen uitdeed."
Voorlopig was er nog niks aan de hand. De week erop zagen ze de gorilla's. Dat was dat en toen naar huis. Toen weer aan het werk. Maar de tweede dag kwam Astrid eerder thuis. Ziek. "Grieperig. Koorts, pijn op de borst. En die werd erger. De tweede avond gingen we naar de dokterspost van het Elkerliek." De arts kon niets constateren dan koorts. Er werd bloed geprikt en dat was schoon. Geen malaria, waar iedereen aan dacht. "Maar: Afrika, koorts, pijn, ik kreeg haar niet mee naar huis, ze werd opgenomen."
Jaap ging spulletjes halen, tukje doen en in die paar uur verslechterde het. "Bijna 41 graden koorts. Dat kan geen griep meer zijn. Maar nog steeds konden ze niks vinden. Iedereen bleef zoeken, ik ook, thuis. Ik zal al surfend bij Ebola toen Astrid belde. Haar nieren waren aan het uitvallen, ze moest naar een ander ziekenhuis."
Jaap liet Ebola Ebola en snelde naar het Elkerliek. Doktoren vertelden hem dat het een bacterie kon zijn, of Lassa koorts of iets wat Marburg heette. Dat zei hem niets, maar er was duidelijk wat aan de hand. Astrid lag opeens op een aparte kamer, al het personeel had pakken aan en dat moest Jaap voortaan ook. "Het was echt niet leuk meer", klinkt het.
Wat doe je dan, in zo'n pak? "Je kunt zeggen dat alles goed gaat komen maar Astrid was te slim om te beseffen dat dat wel eens helemaal niet het geval zou kunnen gaan zijn", zegt hij. Maar toch zei hij dat het wel goed zou komen.
Dat kwam het niet. Astrid moest naar Leiden. "Een heel gedoe, ook dat ambulancepersoneel moest in pakken, we reden pas 's avonds weg."
Jaap er achteraan. In de auto belde hij zijn zwager. Die had iets gevonden over Marburg, een dodelijk virus waar geen medicijnen tegen waren. Kijk nou, grappig: je krijgt het van vleermuizen. Oh, gelukkig, het ging niet om Afrikaanse, maar om Egyptische fruitbats
Jaap kon niet anders dan ophangen.
Hoe hij in het ziekenhuis is gekomen weet hij niet. Astrid lag opnieuw in een speciale kamer, veel mensen om haar heen die van alles deden, maar enkel symptomen bestreden. "Er was actie, maar alleen als reactie, ze bleven achter de feiten aanhollen."
Steeds vaker werd Marburg genoemd. Niet in Astrids buurt. "Die wist toch niet wat het was." En ze had genoeg te verwerken. "Het ging hard achteruit. Dinsdagochtend kon ze nog een beetje praten, 's middags was het alleen knikken en wat gefluister.
Het was serious, serious business."
Haar nieren hielden op, haar lever scheed er mee uit. En toen kwam de dokter het vertellen, van de coma en het afscheid. "Dat gebeurt op de gang. En daar werd me op medische gronden afgeraden om zonder pak naar binnen te gaan. Maar ik kon niet anders. Hoe kon ik haar vertellen dat het goed komt als ik haar niet eens kan aanraken? Ik had al dagen risico gelopen, die ene keer kon er wel bij. 'En als ik ziek word, weten jullie wat ik heb", zei ik en ging naar binnen."
Maar ze schudde dus nee. " De doktoren hadden hoop en ik ook en dat hield ik ook vol naar de familie. Maar er is verschil tussen hoop en verwachting. En mijn verwachting was, dat zij gelijk zou krijgen. Ik kon me niet meer voorstellen dat ze er nog uit zou komen." En dus keken ze elkaar aan, ergens ging een naald in haar lichaam, en Astrid sloot haar ogen.
Jaap bleef bij haar. "Er zijn verhalen dat comapatiënten horen wat je zegt, maar daar geloof ik niet in. Toch blijf je er bij, je blijft praten. Dat deed ik ook, tot donderdagmiddag op de gang weer wat doktoren op me afkwamen. 'Mogen we even met u praten' vroegen ze. 'Ik ben er toch', zei ik maar ze hoefden al niks meer te vertellen."
Astrid was hersendood. De familie werd er bijgehaald, maar moest achter glas blijven. Dat moest van Jaap. "Ik wilde niet dat ze haar gezicht konden zien want dat was vreselijk opgezwollen en dat mocht niet de herinnering worden. Ik ging wel naar binnen, weer zonder pak en toen, tien over half een, ging de stekker er uit. Negen minuten later was ze dood."
Verdriet? Opluchting misschien dat het afgelopen was? "Nee, een dof gevoel. Niet huilen, dat was dinsdag. Voor mij was ze dinsdag gestorven. Nu moest het snel. Ze moest snel weg, ingepakt, naar het mortuarium. En ik? Ik reed naar huis."
De volgende dag bleef het snelgaan. "Ze moest gecremeerd. Snel, niet voor haar, zij was verzegeld, maar voor mij, ik kon besmet zijn en voor die tijd moest het gebeurd zijn, dus belde ik de Dela. Dan krijg je vragen. Rare vragen. Welke kist, dat gaat nog, maar: cake bij de koffie of koekjes? Verpakte koekjes of losse? Moest ik daar nu over beslissen? Ja, dus."
De dienst was indrukwekkend. Stampvol, Afrikaanse muziek, 220 mensen. Eén durfden niet te komen, bang voor besmetting. Daar moest hij om lachen. Beetje vreemd.
Ook vreemd: dat kussen naast hem, 's ochtends. Leeg. Pas dagen later schrok hij er van. Verder valt het wel mee, dat kussen. "Wat erger is: alleen terugrijden 's nachts. Niet kunnen roddelen over wat ze aanhadden. Dan, in de auto, ben ik echt alleen."
Thuis niet. Na de begrafenis bleef het nog een tijd na-ijlen. Bloemen, brieven, bezoek. Fijn. Maar niet altijd. "Soms, als ik het verhaal vertelde, werden mensen kwaad dat ik niet huilde. Of: ik moest hen troosten. Andere keren waren er reacties waardoor ik besloot: dit zijn van nu af geen vrienden meer."
Maar dat zijn uitzonderingen, haast hij: "Veel mensen hebben hun stinkende best gedaan mij op te vangen."
Maar het leven gaat door. Sommige dingen zijn raar: de werkster die de toilet had gepoetst werd weken gecontroleerd, verplegers mochten niet op vakantie. Maar ook: er liggen theatertickets in de la, er was een vakantie geboekt, Togo. "Dan moet je knopen doorhakken. Ga ik naar het theater? Ja. Ga ik op reis? Ja. Ik wilde ooit weer naar Afrika, wist ik. Maar als ik deze annuleer, zal ik dan ooit boeken? Waarschijnlijk niet. Dus ben ik gegaan."
Er zijn mensen die dat vreemd vinden. "Toen ik weer ging werken, in september, was dat te snel. De arts stuurde me naar een psycholoog want als ik niet met een professional sprak, was de kans groot dat ik snel weer thuiszat, zo had de ervaring geleerd, zei hij. Ervaring? Heeft hij hier ervaring mee? wilde ik vragen maar ik ben gegaan. Het is bij een keer gebleven."
Anderen grijpen naar drank, en weinigen nemen hen dat kwalijk. "Er ging even wat wijn door het huis. Maar dat hield op toen ik ging werken", zegt hij nuchter. Anderen omringen zich met herinneringen. Hij niet. "Ik hoef niks te bewaren om dit niet te vergeten", klinkt het opnieuw simpel. "Wel foto's overal, tot in mijn auto. Maar niet om tegen te huilen, gewoon, om naar te kijken." Er is net een vakantiefotoboek klaar. Kan hij ook rustig in bladeren. "Ik houd dat bewust gescheiden: de vakantie, en wat er daarna gebeurde. Die vakantie was fantastisch, dat moet hij ook blijven."
Hij lijkt rustig. Anderen zouden boos zijn, kwaad, woest. Je grootste liefde sterft een afschuwelijke dood door een miljardenkansje op een microbe. Daar was hij niet boos over. "Waar ik boos op was, waren de media." Op internetreacties als: 'wat heb je daar dan te zoeken', 'dan moet je maar geen negers gaan kijken'? "Nee, op het nieuws zelf Astrid was de eerste toeriste die in Europa overleed en dat was wereldnieuws want ze was blank. Dat er eerder 500 Afrikanen stierven, niet. Door haar dood is dertig miljoen beschikbaar voor research, wat aangeeft dat het ook voor artsen een ander soort mensen is."
De grot is nu dicht. Fijn, maar Jaap zit alleen. Hij is even stil, probeert dan: "Maar ik zit ook zo in elkaar dat ik tegen mezelf zeg: 'ik moet vooruit kijken, ik moet een knop omzetten." Hij recht de rug en: "Ik heb me voorgenomen: ik moet een nieuw leven opzetten, ik ga hier niet achter de kamerplanten zitten, ik ga door."
"Ik heb het verwerkt, ten minste ik ben een eind op pad. Niet dat ik er klaar mee ben. Ik ben er elke dag mee bezig. Maar dat is door de stichting en dat is goed, dat is positief. We zijn iets moois aan het creëren in haar naam en bij die naam hoort een gezicht, bij het gezicht haar karakter en ze zal er zo altijd zijn."
Een laatste woord is er niet echt geweest, had hij nog wat willen zeggen, iets afmaken? Daar moet hij om lachen. "Ik had een jaar of dertig, vijfendertig af willen maken. Ik had haar beloofd dat ik 105 zou worden. We hadden elkaar erg laat gevonden en wilden we toch een leven lang delen, dan moest ik erg oud worden en dat zou ik dan maar doen."
En hij zal zijn best doen. "Het leven gaat door. Het gebeurde blijft iets onacceptabels, maar dat wil niet zeggen dat ik me daarom een vervelend leven moet opleggen. Ik wil ervan maken wat er inzit. Waarom zou ik dertig jaar gaan zitten mokken? Astrid zal nooit uit mijn leven verdwijnen. Dat stuk verdriet zal altijd blijven, maar daarnaast is er nog een ander leven. Dat leven leef ik. Ik wil door. Ik moet door. Ik ga door. Met Astrid bij mij."
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
Verloren Generatie
Overal aan meebetaald, maar nergens recht op
De Verloren Generatie, journalist Peet Vogels hoorde de term onlangs langskomen toen het ging over hoge jeugdwerkloosheid door de recessie. ,,Hé, daar hoorde ik ook bij, in 1982'', dacht hij. -
Verrassend: deze dure SUV was vorig jaar de bestverkochte auto ter wereld
De Toyota RAV4 was vorig jaar de bestverkochte auto ter wereld. De SUV verwees een andere Toyota naar de tweede plaats. Het Japanse merk staat met maar liefst vier modellen in de top 10. -
Patatgeneratie
Henny Huisman: Als ik ziek was, ging de show niet door. Punt
Met programma’s als de Soundmixshow was hij het kijkcijferkanon van de jaren 80. Henny Huisman (66) maakte televisie in een tijd waarin geld geen rol speelde. ,,Als iemand zei dat hij alleen kon ademhalen in Davos, vlogen we daarheen voor een filmpje van 3 minuten." -
PREMIUMGeld & Geluk
Millie en Dolf betalen 100 euro per maand aan energie: ‘Centrale verwarming is luxe’
In deze rubriek vragen we lezers naar hun relatie tussen Geld en Geluk. Dolf geeft makkelijker geld uit dan Millie, maar zorgt er ook voor dat niets uit de ijskast wordt weggegooid. En koopt soms een kofferbak vol wijn. -
Ben je te streng voor jezelf? ‘Zelfcompassie is echt iets wat je moet oefenen’
Psycholoog Thijs Launspach is stressexpert en auteur van het boek Fokking druk. Hij verwondert zich over het moderne werken en geeft elke week tips voor meer geluk en minder stress op je werk. Vandaag: compassie hebben voor jezelf.
-
Olympia Boys - MULO 1-2
OMMEL - MULO verkleinde de achterstand op koploper Unitas'59 door moeizaam te winnen in Ommel, terwijl de Eindhovenaren punten verspeelden tegen Bruheze. -
Patatgeneratie
Op wereldreis naar Zeeuws-Vlaanderen
Dierbare vakantieherinnering van: Vincent Brongers (52 jaar) -
Dit zijn wij
Millennials zijn van de series: deze zijn het verslavendst
De komende zes weken zoomen we onder de noemer Dit Zijn Wij in op de zes generaties in Nederland. Vandaag de millennials, die zowel generatie Y als Z bestrijken en geboren zijn vanaf de jaren '80. Deze groep is dol op bingewatchen: series in één ruk uitkijken.