Tilburger na ontucht met stiefdochter weer vervolgd, nu is haar zusje slachtoffer: 27 maanden geëist

Adrianus S. zou zijn stiefdochter allerlei seksuele handelingen bij hem hebben laten doen in een woning in Waalwijk. Dat gebeurde tussen 2014 en 2018. Het slachtoffer was in 2014 7 jaar oud.

S. kreeg in 2020 vier jaar cel wegens het misbruiken van de zus en nicht van het slachtoffer. Destijds durfde zijzelf nog niet te praten. Later wel, al had ze daar in de rechtbank nog steeds moeite mee. Anderen moesten voor haar het woord doen. ,,Nog geen enkele instantie is in staat geweest de opgelopen trauma’s te herstellen’’, vertelde een vriendin van de familie.

Dat hij haar zus heeft misbruikt, ontkende S. niet. Maar haar? ,,Reken maar dat dat niet zo is. Ik weet heel zeker dat ik nergens aan ben geweest.’’ Wel gaf hij toe dat hij met haar in bad heeft gezeten en ‘voor de grap’ weleens aan haar wang likte en aan haar billen zat.

Waarom haar zus wel en zij niet, vroeg de rechter zich af. De verdachte verklaarde dat de zus al lichamelijke ontwikkeling had, en zij nog niet. ,,Wat moet ik met zo’n klein meisje?’’, zei hij. ,,Dat is niet aantrekkelijk om aan te zitten.’’

,,Het feit dat hij glashard blijft ontkennen, is slecht voor de verwerking van het slachtoffer’’, zei officier van justitie Mark de Graaf. Hij vindt dat S. misbruik heeft gemaakt van zijn positie als stiefvader. ,,Hij had haar juist een veilige omgeving moeten bieden. In plaats daarvan heeft hij haar leven tot een hel gemaakt.’’

Het OM vindt dat er genoeg bewijs is en eist 27 maanden cel. De man heeft een licht verstandelijke beperking en pedofiele stoornis, maar er wordt geen behandeling geadviseerd.

De advocaat van de verdachte, Lieke Wingens, denkt dat de onthullingen van het slachtoffer beïnvloed kunnen zijn door de verklaringen van haar zus of gesprekken met haar moeder. ,,De verklaring is niet specifiek. Die van haar zus is vele malen gedetailleerder.’’ Een motief daarvoor zou volgens haar extra celstraf kunnen zijn. Ze pleitte voor vrijspraak.

Uitspraak 1 maart.